Peugeot 208 Instructieboekje (2012-2019): Veiligheidsvoorschriften
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje brengt de veiligheid van het kind in gevaar in geval van een botsing.
Controleer of er geen veiligheidsgordel of gesp van de veiligheidsgordel onder het kinderzitje zit; dat zou de stabiliteit van het zitje in gevaar kunnen brengen.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels of het tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten, worden vastgemaakt waarbij de speling ten opzichte van het lichaam van het kind zoveel mogelijk moet worden beperkt.
Zorg er bij het bevestigen van het kinderzitje met de veiligheidsgordel voor dat de veiligheidsgordel correct tegen het kinderzitje is gespannen en dat de gordel het kinderzitje stevig op zijn plaats houdt. Schuif de passagiersstoel, wanneer deze versteld kan worden, indien nodig naar voren.
Laat bij de achterzitplaatsen altijd voldoende ruimte tussen de voorstoel en:
- het kinderzitje "met de rug in de rijrichting",
- de voeten van het kind in het kinderzitje "met het gezicht in de rijrichting".
Schuif daartoe de stoel naar voren en zet de rugleuning ervan, indien nodig, meer rechtop.
Voor een optimale bevestiging van het kinderzitje met "het gezicht in de rijrichting" is het noodzakelijk dat de afstand tussen de rugleuning van het kinderzitje en de rugleuning van de stoel van de auto zo klein mogelijk is.
Verwijder de hoofdsteun alvorens een kinderzitje met een rugleuning te plaatsen op een passagiersstoel.
Berg de hoofdsteun zorgvuldig op om te voorkomen dat de hoofdsteun door de auto vliegt bij krachtig afremmen. Vergeet niet de hoofdsteun weer te bevestigen nadat het kinderzitje weer is verwijderd.
Kinderen voorin
De regelgeving met betrekking tot het vervoer van kinderen op de voorpassagiersstoel verschilt per land. Raadpleeg de in uw land geldende regels.
Schakel de airbag vóór aan passagierszijde uit zodra een kinderzitje met de rug in de rijrichting op de voorpassagiersstoel wordt geplaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van de airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de autogordel moet over de schouder van het kind liggen zonder de hals te raken.
Controleer of de heupgordel goed over de bovenbenen van het kind ligt.
PEUGEOT beveelt aan een stoelverhoger met rugleuning te gebruiken voorzien van een gordelgeleider ter hoogte van de schouder.
Laat uit veiligheidsoverwegingen:
- geen kinderen zonder toezicht achter in een auto,
- nooit een kind of een dier in een auto achter wanneer alle ruiten gesloten zijn en de auto in de zon staat,
- de sleutels nooit binnen bereik van de kinderen achter in de auto.
Gebruik de kindersloten om te voorkomen dat de portieren en de portierruiten achter per ongeluk geopend worden.
Zorg ervoor dat de achterzijruiten niet verder dan voor 1/3 deel worden geopend.
Plaats zonneschermen om uw jonge kinderen tegen de zon te beschermen.
ISOFIX-bevestigingen
Uw auto voldoet aan de laatste ISOFIX-normen. De hieronder aangegeven zitplaatsen zijn uitgerust met compatibele ISOFIX-bevestigingen: Elke zitplaats is voorzien van drie bevestigingsringen: ...
Kinderslot
...
Zie ook:
Citroen C3 (SX/SY) Instructieboekje (2016-2024). Trekken van een aanhanger
Uw auto is hoofdzakelijk bedoeld voor het
vervoer van personen en bagage, maar is
tevens geschikt voor het trekken van een
aanhanger.
Wij raden u aan gebruik te maken van
een speciaal door CI ...
Peugeot 208 Instructieboekje (2012-2019). Bedieningselementen op de stuurkolom
Selecteren/uitschakelen van de
snelheidsbegrenzer.
Verhogen van de ingestelde snelheid.
Verlagen van de ingestelde snelheid.
Inschakelen/onderbreken van de
snelheidsbegrenzer.
De s ...